GOUDKOORTS BEDREIGT GROENSTE LAND TER WERELD ( deel 1)
De mijnbouwsector en vooral de goudindustrie zijn sinds 2012 de grootste veroorzakers van ontbossing en vervuiling van het milieu in Suriname. Illegaal kwikgebruik in de sector brengt een enorme schade toe aan ecosystemen, ook tot ver buiten de goudvelden. Het giftige metaal dat wordt gebruikt bij het winnen van goud bedreigt de ongerepte regenwouden en vergiftigd de bevolking. Waterwegen en passaatwinden zorgen voor de verspreiding van het metaal en bedreigt zo in ernstige mate het groenste land ter wereld met een bosbedekking van 93 procent.
Tekst : Bram Ebus en Wilfred Leeuwin | Beeld : Bram Ebus
In één van de drukke wijken iets buiten het centrum van Paramaribo lopen enkele stoere mannen met sporttassen om hun schouders een van de vele goud opkoopbedrijven binnen. Op de uitkijk vanuit de parkeerplaats staat een andere man. Hij gaat gekleed in een korte sportbroek en heeft een zonnebril op, terwijl zijn hand rust op de ‘cross-body-bag’ die over zijn borst is vastgemaakt. Binnen is het een komen en gaan, er wordt in het Chinees, Portugees, Surinaams en Nederlands gesproken terwijl kilo’s goud van handen wisselen. Maar vragen over de afkomst van het goud worden er niet gesteld voordat de tassen, nu vol met ‘cash geld’, weer de winkel uit worden gelopen. In een voorkamer van de werkruimte staat Harry Souza *, een gespierde Braziliaanse man, met grote tatoeages op zijn armen. In zijn hand heeft hij een metalen bakje met daarin goudstaven in verschillende maten. Er zijn ook enkele ‘sponzen’, een andere naam voor nog onbewerkt goud waarin kwik zit dat rechtstreeks uit de mijnen komt en eruitziet als fraai koraalrif. “Hoe roder het is, hoe hoger de kwaliteit”, zegt Souza. “Hoe groener of zwarter, hoe minder [waardevol].” In een achterkamer van de goudwinkel spuwen er vlammen uit een gasbrander en Souza gaat terug om het overtollige kwik onder een afzuigkap te verbranden. De hoeveelheid goud die in de emmer achterblijft, weegt ongeveer een kilo en heeft een marktwaarde van meer dan $ 65.000 Amerikaanse dollar (USD).
Goudwinning Mijnbouw, en voornamelijk goudwinning is samen met de aardolieproductie de motor van de Surinaamse economie. Op papier produceerde Suriname in 2019 ongeveer 32.800 kilo goud, en meer dan de helft daarvan kwam uit ambachtelijke en kleinschalige mijnbouw. Goud is goed voor meer dan 80 procent van de inkomsten uit de export van Suriname. Net als in Guyana wordt de goudindustrie in Suriname gesteund door een zwarte kwik markt, het giftige metaal dat wordt gebruikt in het extractieproces. Het land gebruikt meer dan 50 ton kwik per jaar, en deskundigen denken dat het nu allemaal illegaal het land binnenkomt. Kwikvervuiling is wijdverspreid in het hele land, van de hoofdstad aan de kust tot afgelegen rivierbekkens in het binnenland, maar zonder hulp van de overheid moeten kleinschalige mijnwerkers vaak kiezen tussen het ondersteunen van netwerken voor kwikhandel of het verliezen van hun inkomen. In het hele regenwoud zijn veel gemeenschappen afhankelijk van mijnbouw, waaronder de Marrons, afstammelingen van tot slaaf gemaakte Afrikanen die ontsnapten uit de Nederlandse plantages aan de kust en zich vestigden in
het binnenland, die sterke culturele banden hebben met mijnbouw en goud. De piek van de goudprijs aan het begin van de 21e eeuw heeft geleid tot een snelle expansie van de goudmijnindustrie, vooral in het Marrongebied. Legale en illegale goudmijnprojecten hebben de grootste bijdrage geleverd aan de ontbossing in Suriname. De jaarlijkse ontbossing in Suriname steeg in 2018 met 12 procent, dat was de vijfde hoogste toename van ontbossing in de wereld.
De voetafdruk van de industrie is het grootst in gemakkelijk toegankelijke nederzettingen zoals Brownsweg, een klein Marrondorp in het binnenland van Suriname. Een meerderheid van de bevolking is betrokken bij mijnbouw. ‘s Nachts komen een paar rijke mijnwerkers opdagen om te feesten voor de Chinese supermarkten en slijterijen, sommigen rondrijdend in peperdure Lexussen in de jungle. Maar de meesten zijn mijnwerkers die voor hun levensonderhoud zorgen en proberen rond te komen. Op een mijnbouwlocatie, een uur verwijderd van de Brownsweg nederzetting loopt een van de lokale marron-gouddelvers, genaamd Capi, rond de okerkleurige kraters die als littekens door de ooit volledig groene jungles lopen. Gestoken in sportieve teenslippers en een Dyemba, (de traditionele stof die over zijn rechterschouder wordt gedragen), vertelt Capi, zelf eigenaar van een mijn, dat zijn mijnwerkers zware machines gebruiken om de putten te graven, maar het kwik nodig hebben om het goud van de modder te scheiden. Voor elke kilo goud die wordt gewonnen, gebruiken de mijnbouwers ongeveer drie kilo kwik, waarvan het meeste vrijkomt in kwetsbare Amazone ecosystemen.
Verwoestend spoor Het is het kwik dat de wielen van de lokale mijnbouweconomieën smeert. Ongeveer 98 procent van de mijnwerkers in Suriname gebruikt kwik, dat zich bindt aan kleine stukjes goud vermengd met het water en de modder dat uit de mijnbouwputten wordt gespoeld. Zonder het vloeibare kwikzilver zouden de ambachtelijke mijnen niet in staat zijn om het goud opgesloten in de oerwoudbodem efficiënt te winnen, aldus Jessica Naarendorp, de chief ‘financial officer’ van NANA Resources, een Surinaams bedrijf dat voorheen goud won, maar nu onderzoeksprojecten uitvoert voor nationale en buitenlandse mijnbouwbedrijven.
Meer dan 100 kilometer ten noorden van Capi’s mijn zit Paul Ouboter, bioloog en directeur van het Instituut voor Neotropische Natuur- en Milieustudies (ook bekend als NeoWild) in Suriname, op het terras van zijn huis in Paramaribo. Op zijn laptopscherm volgt hij het pad van de waterwegen. Volgens de bioloog hoopt een groot deel van het kwik dat vrijkomt door de mijnbouwsector zich op in de rivieren van de regio. Van daaruit reist het door de voedselketen. Inheemse gemeenschappen zoals de Marron, die qua dieet veel van vis afhankelijk zijn, worden blootgesteld aan bijzonder hoge kwikgehaltes. Onderzoek toont aan dat bijna de helft van de in het wild gevangen roofvissen in Suriname een verhoogd kwikgehalte heeft. “Dat is een probleem, want mensen eten graag grote vis,” grijnst hij. “Het is niet eenvoudig om de eetgewoonten van mensen te veranderen, maar dat is wat we moeten doen.” De reuzenzeewolf, piranha’s en verschillende meervallen staan op het menu in Suriname en moeten volgens Ouboter allemaal worden vermeden.
Maar kwik wordt niet alleen door water en vis getransporteerd; het reist ook door de lucht na verdamping van het wateroppervlak en vegetatie of nadat mijnwerkers ter plaatse het kwik van amalgaam hebben verbrand. “Wat er dan gebeurt, is dat het met de noordoostelijke passaatwinden naar het westen gaat en dan weer wordt afgezet, vooral als het regent”, zegt Ouboter. Kwik in de lucht kan terechtkomen in gebieden zonder goudwinning, zoals het stroomgebied van de bovenloop van de Coppename. Ouboter roept op tot een onmiddellijk verbod op kwik, hoewel hij waarschuwt dat het onmogelijk is om de schade aan riviersystemen ongedaan te maken. Het kwik dat in het ecosysteem zit, zal daar eeuwenlang blijven.
“MERCURY” is een project van InfoAmazonia, een netwerk van journalisten die onderzoek verrichten naar milieukwesties in de negen Amazonelanden. Dit project werd uitgevoerd in Venezuela, Guyana, Brazilië en Suriname, en is een samenwerking tussen Armando Info (Venezuela) en Fantástico/O Globo (Brazilië). Dit project wordt ondersteund door het Rainforest Journalism Fund van het Pulitzer Center on Crisis Reporting en IUCN (International Union for Conservation of Nature) in Nederland.
UNITEDNEWS