WET OP HET SPAARFONDS WORDT GEWIJZIGD
Foto: Karel Eckhorst, voorzitter van het fondsbestuur, Spaar- en Stabilisatiefonds (SSF).
De wet op het Spaar- en Stabilisatiefonds (SSF) zal worden gewijzigd. De veranderde economische omstandigheden noodzaken daartoe, alsmede afspraken die door de regering zijn gemaakt met de Oppenheimer-obligatiehouders ten aanzien van de overeengekomen schuldherschikking.
Aanpassing van de wet is ook een van de prior actions die de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank heeft gesteld wil Suriname in aanmerking komen voor een leningenpakket van US$ 500 miljoen.
Karel Eckhorst, voorzitter van het fondsbestuur, zegt dat al enige tijd geleden is begonnen met het overleg over de wetsaanpassing. De regering zal het gewijzigde wetsontwerp mogelijk nog deze maand bij het parlement indienen. Eckhorst stelt dat ondertekening van een definitieve schuldherschikking met de Oppenheimer-obligatiehouders afhankelijk is van het aanpassen van de wet. Met deze schuldeisers is namelijk afgesproken dat te zijner tijd, wanneer Suriname inkomsten zal hebben uit de offshore-aardolieproductie, uit dat geld de schuld ook kan worden afgelost.
Sinds de afkondiging van de wet in 2018 is er geen geld in gestort. De bedoeling is dat alle meeropbrengsten uit de mijnbouwsector in het spaarfonds worden gestopt. Omdat er sinds de instelling van het fonds geen meeropbrengsten waren is dus ook niets in gestort. Bij goedkeuring van de wet in mei 2017 stelde Gillmore Hoefdraad, die toen minister van Financiën was, dat het fonds in 2018 zou worden geactiveerd en dat binnen vijf jaar daarna er ongeveer tweehonderd miljoen US dollar in zou zijn. Naast het SSF moet er wettelijk een additioneel co-financieringsfonds komen voor medefinanciering van specifieke zaken, waaronder onderwijs en gezondheidszorg. Volgens de huidige bepalingen worden de mijnbouwinkomsten voor de eerste keer gelijkgesteld aan de begrote mijnbouwinkomsten van het jaar dat het SSF operationeel zou worden.
Bepaald is dat de regering elk jaar 3 procent extra van het bedrag krijgt dat het jaar daarvoor wettelijk uit het fonds mocht worden getrokken voor budgettaire uitgaven.
Deze 3 procent-regeling is vastgesteld aan de hand van het gemiddelde groeicijfer van de voorgaande tien jaren, legt Eckhorst uit. Hij is één van de ontwerpers van het SSF. “Je wil niet hebben dat er zodanig veel geld in de economie komt dat niet kan worden geabsorbeerd. De economie zou anders oververhit kunnen raken”, onderstreept de voorzitter. Ook zou de overheid pas vijf jaar na het operationeel worden van het spaarfonds en als er minstens tweehonderd miljoen US-dollar in zat daaruit mogen trekken. Daarnaast is bepaald dat pas na goedkeuring door het parlement geld uit het fonds naar de staat mag worden overgemaakt.
UNITEDNEWS