ARBEIDSONRUST BIJ OVERLIGGEND WATERSCHAP EN VEROUDERD POMPGEMAAL

Bij het Overliggend Waterschap Multipurpose Corantijn Project (OW-MCP) is er een dreigende arbeidsonrust situatie. Volgens Dayanand Dwarka van de personeelsbond bij dit waterschap heeft dit te maken met het niet bereiken van een akkoord tussen de bond en de regering over het aanpassen van hun primaire arbeidsvoorwaarden.

Er wordt al langer dan een jaar gesproken. De situatie dreigt nu te escaleren omdat de regering al weken, ondanks er afspraken zijn, niets van zich laat horen. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken Internationale Business en Internationale Samenwerking, zegt nu dat de regering heel serieus deze kwestie zal aanpakken. De bewindsman geeft toe dat er wat vertraging is opgetreden. “Het werk van dit waterschap is te belangrijk voor de rijstsector. Ik geef de verzekering dat deze week, mogelijk al op woensdag er gesproken gaat worden”, zegt minister Ramdin, die in een cluster van ministers gesprekken voert met vakbonden. Ramdin zegt dat de regering zelf met de cluster deze kwestie zal aanpakken en het niet zal verwijzen naar het onderhandelingsorgaan dat intussen belast is met het voeren van gesprekken.

De situatie bij het waterschap wordt er niet beter op omdat van de vier pompen in het Wakaay-pompgemaal slechts twee in gebruik zijn. Voor de rijst sector is dit gelijk aan een enorme ramp, omdat zonder een goed functionerend irrigatiesysteem de boeren al helemaal niet hoeven te beginnen met zaaien”, zegt Dwarka. Terwijl de medewerkers er alles aan doen om het pompgemaal en alle technische aspecten die daarbij horen actief te laten zijn is er volgens hun voorzitter geen motivatie meer. “Al langer dan drie jaren zijn de lonen van de werknemers niet aangepast. De laatste aanpassing was drie jaren terug toen zij samen met ambtenaren in aanmerking kwamen oor een 25 procent aanpassing. Maar in de afgelopen drie jaar hebben we te maken gehad met devaluaties en inflaties van boven de 60 procent”, zegt Dwarka. De werknemersorganisatie vindt het ook al een lastige zaak dat de directie van het waterschap hun gesprekspartner is, maar dat die geen enkele bevoegdheid heeft. Alles moet eerst met de regering worden besproken. Terwijl er sinds oktober 2020 een wensenpakket is ingediend. Er moet steeds acties worden gevoerd voordat er gesproken kan worden. Nu is dat weer het geval. De regering heeft aan het begin van dit jaar, volgens Dwarka de werknemers zo ver gekregen hun actie op te schorten waardoor er gesproken kon worden. Dat gesprek heeft plaatsgevonden op 24 januari. Omdat partijen niet tot een akkoord kamen is afgesproken drie dagen op 27 januari weer te praten. Deze afspraak wordt echter steeds verschoven of ontweken. “de werknemers zijn nu moe en niet langer bereid te wachten. Zij willen de toen opgeschorte actie weer oppakken wat zal betekenen dat mogelijk het hele pompgemaal stil zal komen te liggen”, zegt Dwarka.

Minister Ramdin bevestigt dat de werknemers inderdaad hun actie hebben opgeschort om de gesprekken voortgang te laten hebben. De minister zegt ook dat inderdaad de lonen van de werknemers achter lopen en dat zij recht hebben op beter. Dwarka zegt zich af te vragen waarom er drie ministers betrokken zijn bij de gesprekken die worden geleid door minister Ramdien. Daarnaast participeren de minister Gracia Emanuel van Regionale Ontwikkeling waaronder het waterschap valt en minister Armand Achaibersingh van Financiën. Ook het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij is bij de gesprekken betrokken, maar wordt de minister vertegenwoordigd door de directeur van het ministerie. Intussen blijkt het OWMCP nu ook stuurloos te zijn omdat directeur August Lila die de gepensioneerde leeftijd heeft bereikt niet bereid is langer aan te blijven.

Dwarka schets een niet al mooi beeld van de staat waarin het pompgemaal en de pompen zich bevinden. Er wordt al jaren niet meer adekwaat geïnvesteerd. Dat nu maar twee van de vier kolossale pompen in bedrijf zijn komt dat de onderdelen van de andere twee die eerder zijn uitgevallen, gebruikt zijn geworden om tenminste twee pompen in bedrijf te hebben. De vier Wakaaypompen zijn goed voor een gezamenlijke capaciteit van dertig duizend liter per seconde. Samen bestrijken zij een groot areaal voor irrigatiewater.

“Zonder de Wakaay-pompen is de rijstcultuur in  het westen van het land onmogelijk en de twee die nu in werking zijn vallen steeds uit. Als zij definitief uitvallen is het een ramp”, zegt Dwarka.Ramdien benadrukt overigens het belang van het pompgemaal.

Dwarka zegt dat het tijd is dat ernstig wordt nagedacht en gesproken om waterschappen niet langer in de boezem van de overheid te houden en afhankelijk te maken van overheidssubsidies. Waterschappen zullen onafhankelijk zichzelf moeten bedruipen. “Water is een kostbaar goed, laat de boeren daar zelf voor zorgen dat de pompen en het gemaal optimaal blijven en worden gehouden”.

UNITEDNEWS|WILFRED LEEUWIN

Facebook Comments Box