BIJ 25 JAAR EFFECTENBEURS IN SURINAME “OF ER GEBEURT WEINIG, OF ER ZIJN GEEN VERWACHTINGEN, OF BEIDEN”
FOTO | SURINAAMS BNP MET LINKS Robert Putter directeur van Latin Capital
Een goed functionerende effecten beurs is belangrijk voor opkomende economieën, zoals Suriname. Maar het herkenbaar beeld is dat veel van deze landen in de praktijk vaak afhankelijk zijn van hun bankensector, terwijl de beurs geen noemenswaardige rol van betekenis speelt. “Een falende beurs kan de reputatie van een land schaden en het vertrouwen in financiële instellingen ondermijnen, waardoor investeerders weg blijven”, zegt Robert Putter directeur van Latin Capital, Investment Advisors.
Tijdens een inleiding verzorgd ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Surinaamse effectenbeurs, brengt hij de Surinaamse variant in relatie met de economie in vergelijking met beurzen in landen die wel succesvol zijn.
Suriname
Voorzitter Annand Jagesar van de Surinaamse effectenbeurs, bevestigt dat inderdaad het doel van de beurs is om de Surinaamse kapitaalmarkt te stimuleren en daarmee de nationale economie, door het bevorderen van de effectenhandel. Na 25 jaar is de marktkapitalisatie van de genoteerde 11 bedrijven echter rond de SRD 1.6 miljard. De obligaties vertegenwoordigen een waarde van SRD 750 miljoen en is er tot op heden SRD 20.6 miljoen verhandeld. De Vereniging voor de Effectenhandel in Suriname is opgericht in januari 1994. Voor het bestaan van de beurs was er nauwelijks handel. De enige activiteit op dit vlak was de publicatie door De Surinaamsche Bank (DSB) NV, van een zogenaamde ‘beurscall’, waarbij DSB namens haar klanten aangaf welke aandelen te koop werden aangeboden. Voorafgaand aan de totstandkoming van de Vereniging en de effectenbeurs oriënteerden de heren Stephen Smit en Jim Healy zich in Trinidad & Tobago, Jamaica en Barbados, waar men al enige ervaring had met effectenbeurzen van kleine omvang. De eerste officieuze beurszitting (eigenlijk proef draaien) werd gehouden bij de Hakrinbank in het vierde kwartaal van 1993. Nadat bleek dat bij de financiële sector in Suriname voldoende belangstelling bestond voor een effectenbeurs werd in de eerste week van januari 1994 de eerste officiële beurszitting gehouden. Het eerste bestuur van de vereniging bestond uit wijlen Rudie Tjong A Hung als voorzitter en de overige bestuursleden waren de heren Jimmy Bousaid, W. Tjin A Tam, Ed Hogenboom, Jim Healy en Stephen Smit.
Maatstaven
Kijkend naar de Surinaamse beurs zegt putter, “of er gebeurt weinig, of zijn er geen verwachtingen, of beiden”. Zijn lezing is gebaseerd op een onderzoek, gedaan in 2016 op 59 aandelenbeurzen die sinds 1975 zijn opgezet. Met slechts 11 beursnoteringen, een marktkapitalisatie van ruim 10% van het BNP en een omzet van minder dan 1% van het BNP, is het duidelijk dat er niets gebeurd, geen verwachtingen zijn. De laatste stijging van de Surinaamse index manifesteert zich in het eerste jaar van de recessie. Volgens Putter hadden de beleggers, waarschijnlijk de recessie niet in de gaten.
Op dit moment zijn er wereldwijd 165 landen met ten minste één aandelenbeurs; 49 landen hebben nog geen eigen aandelenbeurs. Voor landen die overwegen een aandelenbeurs te openen of te onderhouden, is het volgens Putter van cruciaal belang te weten wat de meest gunstige omstandigheden hiervoor zijn en om achter de reden te komen waarom sommige beurzen falen. Het succes van de 59 beurzen, uit het onderzoek is gemeten op basis van drie veelgebruikte maatstaven:
- Het aantal beursgenoteerde bedrijven (een indicatie van het potentieel voor beleggers, maar
ook een indicatie van het belang van de beurs voor de reële economie);
• De totale marktkapitalisatie van de beursgenoteerde bedrijven (als percentage van het BNP;
een indicatie van de grootte van de beurs ten opzichte van de economie van het land);
• De handelsactiviteit of omzet (een indicatie van de liquiditeit van de aandelenbeurs).
Uit het onderzoek blijkt dat een minimum aantal noteringen en voldoende omzet in de eerste vijf jaar noodzakelijke voorwaarden zijn voor succes. Beurzen die beginnen met weinig noteringen en weinig handel slagen er niet in om in een later stadium een aanzienlijk aantal beursgenoteerde bedrijven aan te trekken en om voldoende handelsactiviteit te genereren en lopen het risico een slapend bestaan te leiden. Er is geen overtuigend bewijs gevonden dat een voldoende grote marktkapitalisatie in de eerste vijf jaar van een beurs een noodzakelijke voorwaarde voor succes is, nochtans speelt dat op de langere termijn wel een rol. Voldoende handelsactiviteit c.q. omzet vanaf het begin is echter wel van grote betekenis. In het onderzoek is ook gekeken naar het effect van verschillende institutionele, structurele, sociaaleconomische en politieke factoren op het succes van de betreffende beurzen. Deze analyse geeft de volgende resultaten:
- lange-termijn succes wordt vooral bepaald door vroeg succes en door de omstandigheden
waarin de beurzen zijn opgericht; vroeg succes en kenmerken van het land op het moment
van oprichting verklaren voor meer dan 60 procent de variatie in lange termijn succes;
• de omvang, maar vooral de gesteldheid van de bankensector op het moment van oprichting
is ook een voorspeller van het lange-termijn succes van een beurs; een 1% grotere
bankensector bij oprichting gaat bijvoorbeeld samen met een 1% hoger aantal
beursgenoteerde bedrijven, een 0,4% hogere marktkapitalisatie (% BBP) en een 0,7% hogere
aandelenomzet op de lange termijn;
• de ontwikkeling van nationale spaartegoeden over de levensduur van de beurs is eveneens
een voorspeller van succes.
Meest en minst succesvol
China en Swaziland zijn de twee uitersten langs de drie dimensies van succes. China heeft de meest succesvolle beurs van na 1975, met 1477 beursgenoteerde bedrijven, een marktkapitalisatie van 77 procent van het BNP en een aandelenomzet van 130 procent van het BNP na twintig jaar.
Swaziland is de minst succesvolle beurs, met 6 beursgenoteerde bedrijven, een marktkapitalisatie van 8 procent van het BNP en bijna geen handelsactiviteit (aandelenomzet nabij nul procent) na twintig jaar. Ter vergelijking, in 2015 was het totale aantal beursnoteringen op alle Amerikaanse aandelenbeurzen gelijk aan 4381, met een totale marktkapitalisatie van 140 procent van het BNP en een aandelenomzet van 165 procent.
Doorstart
Volgens Putter treft de Vereniging voor de effectenhandel geen blaam voor de positie waarin de beurs zich bevindt. “Die doen hun best om bedrijven en beleggers te faciliteren. Het zijn louter de beleggers. Eén van de drie ingrediënten voor succes”. Een beschuldigende vinger wijzen vindt hij niet interessant, maar wel dat moet worden gelet op de ingrediënten die nodig zijn voor een doorstart om succes voorbij te zien komen. meer noteringen van bedrijven, een groter marktkapitalisatie en meer handelsactiviteiten. Daarnaast zijn er nog een aantal randvoorwaarden. Bijvoorbeeld verankering in de wet. Die wet is er wel, zij het vrij summier. Educatie en onderzoek. Beleggers willen meestal weten wat ze kopen. Iemand moet ze dat kunnen vertellen. Wat je nodig hebt is een goede analist. Die is wel te vinden. Een capabele bankensector. Banken vormen hier de primaire markt, de beurs is de secundaire markt. Capabele banken hebben we ook. “Wat houdt ons dan tegen?”, vraagt Putter. “De bal ligt bij de bedrijven en bij de beleggers. Volgens de Wereldbank groeit de welvaart van een land sneller als investeerders een goede toegang hebben tot de kapitaalmarkten. Als we deze beurs op een hoger plan kunnen brengen neemt de welvaart hier sneller toe”.
Hoogtepunten in het 25-jarig bestaan van de Verenging van effectenhandel in Suriname
2010: Registratie Staatsolie obligaties USD 55 miljoen
2011: Verhuizing beurszittingen van t Park naar Assuria trainingscenter
Lancering website
2012: Start discussie met CBvS over de Wet op de Kapitaal markt
2014: Wet op de kapitaal markt 2014, wordt aangenomen en afgekondigd.
2015: Staatsolie obligatie naar USD 99 miljoen
2016: Introductie ‘orderbook’ op de website
UNITEDNEWS