KIPBEDRIJVEN VERLIEZEN KORT GEDING OVER AANKOOP ‘VERDUISTERDE’ MACHINES

Suribreed en Surihatch, twee kippenkwekerijen, hebben een kort geding verloren waarin zij probeerden beslag, dat door financier Kirpalani op machines was gelegd, ongedaan te maken.

De machines, waaronder een slachtlijn en broedmachines, waren eerder door de eigenaars van De Doksenclub, Gerard van den Bergh en Asha Badal, via NV Kippie doorverkocht. De rechter wees het verzoek van Suribreed en Surihatch af, waardoor het beslag van Kirpalani van kracht blijft.

De directie van Suribreed en Surihatch wenst vooralsnog geen reactie te geven op het vonnis van donderdag. Zij stellen dat zij de uitspraak nog niet schriftelijk hebben ontvangen en daarom niet op de hoogte zijn van de overwegingen van de rechter.

Gerard van den Bergh en Asha Badal hadden de machines in mei 2022 doorverkocht, nadat Kirpalani conservatoir beslag op de apparatuur had laten leggen. Dit beslag volgde omdat Van den Bergh zich niet hield aan afspraken over terugbetaling van een lening. Er was ook beslag gelegd op het terrein en de gebouwen van De Doksenclub.

Bij inspectie bleek dat de productiemachines verdwenen waren. Van den Bergh beweerde destijds dat de machines, die met een lening van Kirpalani waren gekocht, tijdelijk elders waren opgeslagen omdat de vloer van het bedrijf gerepareerd moest worden.

Enige tijd geleden kreeg Kirpalani van de rechter toestemming om alles op het bedrijfsterrein te veilen. Tijdens een inspectie met de deurwaarder na de veiling werden facturen gevonden die aantoonden dat de slachtlijn en andere machines waren doorverkocht aan Suribreed en Surihatch voor 325.000 euro. Kirpalani legde vervolgens beslag op deze machines.

De eigenaren van Suribreed en Surihatch startten daarop een kort geding om het beslag ongedaan te maken. Zij stelden in hun verzoekschrift dat zij de machines “in goede trouw” hadden gekocht tegen de marktwaarde. Hoewel het om gebruikte machines ging, waren ze toch gekocht omdat de import van nieuwe machines duurder zou zijn.

In het verzoekschrift werd benadrukt dat Suribreed en Surihatch de machines nooit zouden hebben gekocht als ze hadden geweten dat ze als zakelijke zekerheid aan Kirpalani waren verstrekt. Van den Bergh en Badal zouden hebben verzwegen dat de machines van Kirpalani waren.

Kirpalani betwistte in haar verweer dat de machines voor marktconforme prijzen waren gekocht. De machines waren in 2018 voor ruim één miljoen euro aangeschaft. Kirpalani legde de aankoopbonnen over als bewijsmateriaal. De slachtlijn alleen al, die 802.240 euro had gekost, was nooit gebruikt en was zo goed als nieuw. Volgens Kirpalani hadden de machines op het moment van aankoop door Suribreed en Surihatch een waarde van ruim 872.000 euro.

Kirpalani weersprak ook dat de kopers niet op de hoogte waren van het beslag. Het geschil tussen Kirpalani en Van den Bergh/De Doksenclub had veel media-aandacht gekregen en Suribreed en Surihatch hadden zelf kunnen achterhalen dat Kippie onbevoegd was om de machines te verkopen. De kopers hadden deugdelijk onderzoek moeten doen naar de juridische status van de goederen.

Tijdens de rechtszaak kwam aan het licht dat de machines mogelijk al in 2021 aan Suribreed en Surihatch waren overgedragen, en niet in mei 2022 zoals op de verkoopovereenkomst stond. De datum van 2 mei 2022 was met een ballpoint bijgeschreven. De directeur van De Doksenclub had verklaard dat de machines in containers waren opgeslagen. De slachtlijn en machines die Suribreed en Surihatch kochten, werden naar verluidt in dezelfde containers aangetroffen.

Intussen loopt er bij de kantonrechter een strafzaak tegen Van den Bergh en Badal wegens onder meer verduistering. Van den Bergh loste de investering in het Kippie-project niet volgens afspraak af. Onderzoek van Kirpalani toonde aan dat een deel van het geld niet in het project was geïnvesteerd, maar contant naar het buitenland was gebracht. Kirpalani deed aangifte van oplichting en verduistering.

Van den Bergh verklaarde in de media dat hij de bedragen van Kirpalani contant had gestort op rekeningen bij De Surinaamsche Bank (DSB), waarna hij het geld weer contant opnam en naar Nederland bracht voor aankopen voor het Kippie-project. DSB wenst niet in te gaan op deze kwestie in verband met klantvriendelijkheid en privacy.

De procureur-generaal heeft schriftelijk informatie gevraagd aan DSB, maar de bank heeft geweigerd deze te verstrekken. De strafzaak begon in maart 2024. Verschillende getuigen werden gehoord. Volgens het Openbaar Ministerie kunnen Van den Bergh en Badal ruim één miljoen US dollar niet verantwoorden. De verdachten, die voor het begin van het proces naar Nederland vertrokken, ontkennen de beschuldigingen. Hun advocaat pleitte op 14 januari 2025 voor vrijspraak.

Van den Bergh schreef een boek over vermeende corruptie bij het zakendoen in Suriname, gebaseerd op zijn ervaringen met het Kippie-project. Hij publiceerde hierin foto’s van verschillende personen, onder wie president Chandrikapersad Santokhi. Het staatshoofd spande in Nederland een rechtszaak aan tegen Van den Bergh, omdat hij geen toestemming had gegeven voor het gebruik van de foto. De rechter wees de vordering af.

UNITEDNEWS