ONGELIJKHEID BLIJFT SURINAME UITDAGEN ONDANKS VERWACHTTE OLIE-INKOMSTEN
Fotocompilatie: President Chandrikapersad Santokhi.
Hoewel de verwachte oliewinsten hoop bieden op economische groei en herstel voor Suriname, blijven armoede en ongelijkheid hardnekkige problemen die het land blijven achtervolgen.
Gebrek aan menselijk kapitaal en ongelijkheden op de arbeidsmarkt remmen de ontwikkeling, waardoor de voordelen van de olierijkdom mogelijk niet eerlijk verdeeld worden onder de bevolking. Volgens de Suriname Poverty and Equity Assessment, gepubliceerd door de Wereldbank, kampt het land met hoge armoedecijfers, diepgewortelde ongelijkheden en grote tekorten in menselijk kapitaal. Het rapport benadrukt dat de olie-industrie kansen biedt, maar dat de overheid dringend gerichte hervormingen moet doorvoeren op het gebied van onderwijs, sociale bijstand en de arbeidsmarkt om inclusieve groei te realiseren.
De economische crisis in Suriname bereikte een dieptepunt in 2020, toen het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking met maar liefst 17,5% daalde. Deze dramatische terugval was het gevolg van dalende grondstoffenprijzen op de wereldmarkt en een lange periode van slecht economisch beheer. De situatie werd verder verergerd door de COVID-19-pandemie, waardoor duizenden Surinamers in armoede terechtkwamen. In 2022 bedroeg het armoedecijfer 17,5%, en ongeveer 1,1% van de bevolking leefde in extreme armoede.
Hoewel de oliesector een veelbelovende bron van inkomsten is, brengt de sterke afhankelijkheid van natuurlijke hulpbronnen aanzienlijke risico’s met zich mee.
Een van de grootste uitdagingen is het fenomeen van de zogenaamde ‘Dutch disease’, waarbij andere sectoren van de economie verzwakken door een plotselinge toename van welvaart uit natuurlijke hulpbronnen.
De olie- en gassector is kapitaalintensief, wat betekent dat de werkgelegenheid beperkt zal zijn. Zonder goed opgeleid personeel lopen veel Surinamers het risico buitengesloten te worden van de voordelen die de oliehausse biedt. Daarnaast waarschuwt het rapport dat als de overheid de olierijkdom niet zorgvuldig beheert en niet investeert in de ontwikkeling van menselijk kapitaal, veel van de potentiële economische voordelen geconcentreerd zullen blijven bij een kleine elite, terwijl de rest van de bevolking nauwelijks profiteert.
Om de vruchten van de verwachte oliewinsten te kunnen plukken, zal de Surinaamse regering een reeks hervormingen moeten doorvoeren. Het rapport van de Wereldbank benadrukt dat investeringen in onderwijs essentieel zijn. Suriname kampt al jaren met een onderpresterend onderwijssysteem, waardoor grote delen van de bevolking niet de vaardigheden opdoen die nodig zijn om te profiteren van toekomstige economische kansen, vooral in de olie- en gasindustrie.
Het verbeteren van het onderwijs en het uitbreiden van vakopleidingen zijn cruciale stappen om de kloof in menselijk kapitaal te dichten. Ook moet het sociale vangnet versterkt worden. Hoewel er al enkele sociale programma’s bestaan, zoals het Algemeen Ouderdomspensioen en de Kinderbijslag, schieten deze tekort om alle armen te bereiken. De Wereldbank beveelt aan om sociale bijstandsprogramma’s uit te breiden en te hervormen, zodat de meest kwetsbare groepen in de samenleving beter worden beschermd tegen economische schokken, zoals schommelingen in de olieprijzen.
UNITEDNEWS