SURINAMERS NAAR DE STEMBUS MET HOOP OP OLIEGESTUURDE OMMEKEER
Bron: Enca.com
Suriname houdt zondag parlementsverkiezingen die bepalend zullen zijn voor de koers van het land in de komende vijf jaar
De nieuwe regering krijgt de taak om de economische toekomst van een van Zuid-Amerika’s armste landen, maar met aanzienlijke oliereserves, te herdefiniëren.
Hoewel Suriname het kleinste land van het continent is en het enige met Nederlands als officiële taal, kampt het met een zware schuldenlast, torenhoge inflatie en een armoedecijfer waarbij bijna één op de vijf van de circa 600.000 inwoners onder de armoedegrens leeft. Recent ontdekte oliereserves voor de kust van Suriname kunnen dat beeld echter drastisch veranderen.
Bij deze verkiezingen kiezen de Surinamers een nieuw parlement van 51 leden. Die zullen binnen enkele weken een president en vice-president aanwijzen voor de nieuwe ambtstermijn.
Zittend president Chan Santokhi waagt een kans voor een tweede termijn, maar geen enkele partij lijkt een duidelijke voorsprong te hebben, waardoor peilers geen uitgesproken favoriet aanduiden.
Toch wacht de winnaar een unieke kans.
Volgens experts kan Suriname in de komende tien tot twintig jaar miljarden dollars verdienen aan de recent ontdekte offshore olievoorraden. Zo kondigde het Franse energiebedrijf TotalEnergies vorig jaar een investering van 10,5 miljard dollar aan voor de exploitatie van een olieveld met een geraamde productiecapaciteit van 220.000 vaten per dag.
De productie moet in 2028 van start gaan. Ter voorbereiding heeft Suriname een staatsinvesteringsfonds naar Noors model opgericht, waarmee het toekomstige inkomsten wil veiligstellen voor economisch mindere tijden.
‘Royalty’s voor iedereen’
Aan de verkiezingen doen veertien partijen mee, waaronder Santokhi’s centrumrechtse Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), en de linkse Nationale Democratische Partij (NDP) van de overleden ex-couppleger en voormalig president Desi Bouterse.
Ook de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) van vice-president Ronnie Brunswijk, een voormalige guerrillastrijder die in de jaren tachtig tegen het regime van Bouterse vocht, is in de race.
President Santokhi staat onder druk vanwege bezuinigingsmaatregelen en belastingverhogingen die deel uitmaken van hervormingsafspraken met het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Om de kiezers gunstig te stemmen, kondigde hij recent een plan aan met de naam “Royalty’s voor Iedereen”, wat door critici werd afgedaan als politiek opportunisme.
Het voorstel houdt in dat iedere burger een eenmalige storting van 750 Amerikaanse dollar ontvangt op een spaarrekening met zeven procent rente, te beginnen bij ouderen en mensen met een beperking.
“Niemand zal worden buitengesloten van deze kans,” beloofde de president in november. “U bent mede-eigenaar van de olie-inkomsten.”
Vijftig jaar onafhankelijkheid
Suriname viert in november zijn vijftigjarig bestaan als onafhankelijke republiek. Het land kent een diverse bevolking met afstammelingen van Inheemse, Afrikaanse, Indiase, Indonesische, Chinese en Nederlandse afkomst.
Sinds de onafhankelijkheid in 1975 is Suriname steeds nauwere banden aangegaan met China, dat inmiddels een belangrijke politieke en economische partner is. Suriname was in 2019 een van de eerste Latijns-Amerikaanse landen die zich aansloten bij het Chinese Belt and Road Initiative.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio bezocht Suriname in maart tijdens een Latijns-Amerikaanse tour, gericht op het tegengaan van de groeiende Chinese invloed in de regio.
Volgens Giovanna Montenegro, Latijns-Amerikadeskundige aan de Binghamton University in New York, heeft de Verenigde Staten Suriname als strategische partner in Zuid-Amerika en het Caribisch gebied jarenlang over het hoofd gezien.
Met meer dan 90 procent van het landoppervlak bedekt door bos, is Suriname bovendien een van de weinige landen ter wereld met een negatieve koolstofvoetafdruk.
