CELOS ONDERZOEK NAAR VERBETERD BEHEER UITGEKAPTE BOSSEN OM BOSDEGRADATIE TEGEN TE GAAN
Foto: Celos directeur Imana Power
Het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (Celos) is vanaf 2016 begonnen aan een onderzoek naar verbeterd beheer van uitgekapte bossen.
In dat jaar is een samenwerking aangegaan met drie houtconcessionarissen om ongeveer 300 hectare, grotendeels al afgeoogste bosterreinen te inventariseren. Met deskundigen van de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), de Universiteit van Hamburg (Duitsland) en de FAO werd een model ontwikkeld voor het plegen van een houtteeltkundige ingreep in het bosgebied waaruit commercieel hout wordt gehaald.
De bedoeling van dit onderzoek is dat het moet leiden tot een sneller herstel van het bosgebied na de oogst.
De resultaten van dit onderzoek zijn op dinsdag 7 september, tijdens een speciale bijeenkomst van de Regionale Bosbouw Commissie voor Latijns America en het Caribisch gebied (LACFC) van de Food and Agriculture Organization (FAO), vrijgegeven. Het onderzoek is verschenen in de FAO-publicatie over duurzaam beheer en het veilig stellen van de lange termijn productiviteit van reeds geëxploiteerde tropische bossen in het Caribisch gebied. Suriname heeft samen met Guyana, Belize en Trinidad, als zijnde de vier Caraïbische landen met substantiële reserves aan tropisch regenbos, dit onderzoek gedaan.
Door de jaren heen is in Suriname houtexploitatie uitgevoerd met weinig aandacht voor het beheer van wat in het geëxploiteerd bosgebied is overgebleven. Nu kan met het toepassen van zogeheten Reduced Impact Logging (RIL) systemen er voor gezorgd worden dat er minder schade wordt aangebracht aan de oogst. Met RIL wordt zowel bij de velling als bij het uitslepen van de stammen er voor gezorgd dat er geen grote gaten geslagen worden in bedoeld bosgebied, zodat de resterende bomen zoveel als mogelijk onbeschadigd blijven en de groei zich kan voortzetten.
Het is echter de trage groei in natuurlijk bos die zorgt dat het heel lang duurt voor de uitgekapte bossen om een volgende kap aan te kunnen. Een te snelle terugkeer naar al afgeoogste bosterreinen kan ertoe leiden dat onherstelbare schade aan het ecosysteem wordt toegebracht en bosdegradatie optreed. Het onderzoek van het Celos in de bossen van de dorpen Marchalkreek, Klaaskreek en Cassipora laat zien dat daar ernstige bosdegradatie reeds een feit is. Dit geldt vaker voor uitgegeven terreinen, zoals die vallen onder de noemer ‘Hout-Kap-vergunning hkv’ , die voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven. Herhaaldelijk afgeoogste bossen bevatten geen winbare hoeveelheden aan stamhout geschikt voor de houtproductie. Meer nog: zij hebben een veel mindere hoeveelheid aan biomassa. In de strijd tegen klimaatverandering zijn zij dan ook van mindere waarde.
Om de houtproductie te continueren, staat de overheid onder druk om het concessiegebied verder uit te breiden. Volgens informatie van de SBB is tot 2021 bijkans 2,4 miljoen hectare bos uitgeven voor houtproductie. Hieronder vallen ook de gemeenschapsbossen en houtkapvergunningen van de binnenlandse bewoners. Het gevaar bestaat dat voor de uitgifte van houtproductie terreinen nu uitgeweken zal worden naar de zuidelijk gelegen primaire bossen. Dat wil zeggen: bossen die bestaan uit inheemse soorten, waarin er geen duidelijk zichtbare aanwijzingen zijn van menselijke activiteiten en de ecologische processen niet significant verstoord zijn.
Volgens het Living Planet Report 2020 van het Wereld Natuur Fonds (WWF) is daar slechts 25% van het landoppervlak op aarde van over. Het rapport noemt ook dat ongeveer twee-derde van de tropische bossen in de wereld zijn beïnvloed door menselijke activiteiten, voornamelijk door selectieve houtkap zoals dat in Suriname wordt gepleegd. De vraag is of het haalbaar is om reeds geëxploiteerde bossen duurzaam in productie te hebben,
zodat het niet nodig is nieuwe gebieden aan te spreken. Met de gestegen vraag naar hout in Suriname zal uitgekeken moeten worden naar methoden om deze grondstof versneld en duurzaam te produceren. Bomen hebben voor hun groei drie basiscomponenten nodig: zonlicht, water en voedingstoffen. Om versneld hout te produceren kunnen na de laatste exploitatie de overblijvende bomen van gewenste soorten, door eenvoudige houtteeltkundige beheersmaatregelen te treffen, een handje geholpen worden in hun verdere groei. Hierbij wordt gemikt op het verminderen van de onderlinge competitie van bomen voor zonlicht, water en voedingsstoffen ten voordele van de zogeheten toekomstbomen. De kosten van deze methode zijn in het project nauwkeurig in kaart gebracht en berekend, en wordt bekeken of er een optie is die met de beschikbare REDD+ fondsen voor duurzaam bosbeheer te vergoeden.
Aan de hand van de regionale studie zal nog een nationale publicatie over de resultaten in Suriname verschijnen. Ook zal het Celos op reguliere basis verdere opnames doen in de proefgebieden om meer exacte groeicijfers van de bomen als gevolg van deze houtteeltkundige interventie in reeds geëxploiteerde gebieden, te berekenen. De verwachting is dat in samenwerking met haar nationale en internationale partners deze resultaten gebruikt zullen worden om het beheer van de houtexploitatiegebieden in Suriname op een hoger niveau te tillen en een bijdrage te leveren aan het in stand houden van de primaire bossen.
UNITEDNEWS|WILFRED LEEUWIN