SURINAME; GROUND ZERO VAN DE OPWARMING VAN HET KLIMAAT OF VAN HPSG?

Ingezonden: Victor Koekkoek

Met de COP26 voor de deur vliegen de meest spectaculaire klimaatonheilstijdingen als warme broodjes over de toonbank. Echter, deze broodjes bevatten enkel gebakken lucht, zeker geen klimaatopwarming.

Wetenschappers thans verbonden aan het UN IPCC stellen al ruim 40 jaar dat de ground zero van de opwarming van het klimaat zich bevindt op zo’n 8 tot 10 kilometer hoogte in de tropische troposfeer. Ergens boven uw hoofd dus. Daar zou de opwarming van het klimaat het eerst en het duidelijkst meetbaar moeten zijn. Probleem is echter dat het maar niet wil vlotten met die opwarming rond ground zero, of beter gezegd air zero, zo blijkt reeds geruime tijd uit satellietmeetgegevens van de Amerikaanse overheid. De meetgegevens laten hier en daar lichte opwarming en afkoeling zien, maar zeker geen sterke of alarmerende opwarming zoals de klimaatmodellen projecteren.

Die klimaatmodellen kunnen dus bij het grofvuil zou je denken. De Climate Discussion Nexus heeft hierover een korte, informatieve en zeer toegankelijke <a href=”https://www.youtube.com/watch?v=n6VM41-v2gg“>documentaire</a> gemaakt die het bekijken waard is.

Emeritus-hoogleraar Dr. Wouter Dekker, oud-directeur van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek, heeft de Hadcrut4 globale temperatuurmeetgegevens over de periode 1868-2018 omgezet naar globale temperatuurgemiddelden per klimaatperiode van 30 jaar (zie hieronder). Het beeld dat daaruit naar voren komt staaft het bovenstaande. Er is geen opwarmingstrend. Projecteer nu eens een denkbeeldige stijgende lijn met CO2 concentratie op deze afbeelding. Dan is het moeilijk een andere conclusie te trekken dan dat de stijging van de concentratie CO2 geen invloed heeft op de globale gemiddelde temperatuur. Die conclusie komt overigens overeen met de uitkomsten van een vrij recent experimenteel <a href=”https://www.scirp.org/journal/paperinformation.aspx?paperid=99608“>onderzoek</a>, echte wetenschap dus, dat laat zien dat de concentratie CO2 geen tot een uiterst geringe invloed (0,5%) heeft op de temperatuur van de atmosfeer. De “klimaatwetenschap” lijkt dus eerder een groene religie dan wetenschap.

Dit alles zal de religieuze leiders van de groene kerk niet hinderen met hun privévliegtuigen naar Glasgow te vliegen en het volk te manen hun welvaart en welzijn op te geven in ruil voor zwaar milieuvervuilende en -belastende groene meuk?

Het staat eenieder uiteraard vrij er een religieuze opvatting erop na te houden, maar voor een staat als Suriname is het zaak seculier te blijven. Daarom zou Suriname niet moeten schromen om zich toe te leggen op de schone verbranding van fossiele brandstoffen om zodoende welvaart en welzijn voor de bevolking te realiseren. Te beginnen met ontwikkelen en valoriseren van de gasvondsten voor haar eigen kust.

Geen globale opwarming van het klimaat dus, ook niet in Suriname. Dat neemt niet weg dat de gemoederen wel aardig verhit kunnen raken. Zoals recentelijk inzake de staatsgarantie ten gunste van HPSG. De centrale vraag lijkt te zijn of de Surinaamse overheid nu wel of niet borg staat voor de door HPSG aan te trekken leningen. Wellicht voorbarig, zonder de details te kennen maar met ervaring in projectfinanciering, is het voorlopige antwoord: nee, niet direct, ja, soort van indirect borging.

HPSG is een waarschijnlijk een bijna lege huls zonder kasstroom, met te weinig tot geen onderpand in de vorm van banktegoeden en andere bezittingen. Daarmee zal HPSG, gezien de omvang van de financieringsbehoefte van het project van 1,2 miljard USD, niet in staat zijn traditionele, op onderliggende zekerheden gestoelde, financiering aan te trekken. Als de aandeelhouders van HPSG ook geen zekerheden kunnen of willen stellen zal HPSG zich moeten wenden tot de zogenoemde projectfinancieringsmarkt. In deze markt opereren specialistische geldverstrekkers die toch geld lenen aan clubs zoals HPSG maar dan op basis van het bestaan van zeer solide afnamegaranties afgegeven aan de projectvennootschap door zeer kredietwaardige afnemers. De afnemers van een project stellen zich dus niet direct borg voor de financiers van het project. Indirect is de afnamegarantie dus wel een soort borging.

Een paar dagen geleden heeft de Surinaamse overheid zo’n afnamegarantie afgegeven aan HPSG. In de pers werd een vorstelijke prijs van 0,11 USD per kWh gemeld. Over welke hoeveelheid stroom het gaat is niet geheel duidelijk. In de pers was sprake van 100 MW, maar 100 MW is geen voorraadgrootheid van stroom. Als wordt bedoeld 100 MWh dan vertegenwoordigt de afnamegarantie een waarde van slechts 11 000 USD. Als daarentegen wordt bedoeld 100 MW (technische opwekcapaciteit HPSG) maal 8760 uur per jaar dus een totaal van 876000 MWh, dan vertegenwoordigt de afnamegarantie meer dan USD 96 miljoen per jaar. Nogmaals of dit daadwerkelijke gegarandeerde afname hoeveelheid is ons niet bekend.

Moeten de burgers van Suriname zich zorgen maken. Waarschijnlijk niet. De vraag is namelijk of het project ooit van de grond komt zoals bedoeld. Te beginnen met de kredietwaardigheid van de afnemer, de Republiek Suriname. We mogen ervan uit gaan dat internationale projectfinancierders op de hoogte zijn van de “Restricted Default” Fitch-rating, het feit dat Suriname verplichtingen naar commerciële buitenlandse schuldeisers niet nakomt, het verloop van de schuldsaneringsonderhandelingen met diezelfde buitenlandse schuldeisers alsook het feit dat een niet onaanzienlijk deel van de buitenlandse schulden samenhangt met het aflossen openstaande rekeningen voor de electriciteitsleveringen door de Afobakadam. De kans dat de Credit Committees van de projectfinancierders Suriname als kredietwaardige partij aanmerkt lijkt zeer gering.

Aan de andere kant, de wonderen in de groene kerk zijn de wereld nog niet uit. Verder zullen Credit Committees ook aandacht besteden aan de ESG-themas. De ‘G” van Governance is een interessante!

Naast financieel risico kijken de projectfinancierders uiteraard ook naar technisch risico, bewezen technologie, en uitvoeringsrisico, heeft het management een succesvolle staat van dienst met betrekking tot de planning en uitvoering van het project. Over deze twee laatste aspecten is weinig te achterhalen, anders dan dat HPSG claimt met grote partijen samen te werken. Vooralsnog lijkt Suriname het eerste project van HPSG voor een slordige 1,2 miljard USD.

Maar vergeet ook niet het belastingwetsvoorstel Wet Bronbelasting. Als dat doorgaat dan gaat dat de kosten met 25% verhogen voor wat betreft niet-Surinaamse financieringslasten, royalties, technische info. En als de windmolens buiten de territoriale wateren op het Continentaal Plateau of in Exclusieve Economische Zone worden geplaatst, wordt ook dat spul 25% duurder.

Wij hopen dat Surinaamse overheid niet denkt te kunnen leunen op de realisatie van dit project. Hopelijk kijkt de Surinaamse overheid serieus naar het offshore gas. Met een investering van een paar honderd miljoen USD heeft men de beschikking over infrastructuur en een gas power plant met een opwekcapaciteit van 200-250 MW waarmee je voor minder dan 0,11 USD per kWh vraaggestuurd electriciteit kan leveren. Maar als eerste moet dat vermaledijde belastingwetsvoorstel Wet Bronbelasting van tafel.

OPINIE

lees ook: https://unitednews.sr/financiele-garantie-voor-lening-hpsg-zal-niet-nadlig-uitpakken-voor-suriname/

Victor Koekkoek
Facebook Comments Box