SURINAME KRIJGT MOGELIJK EEN HOGERE DERDE RECHTSPREKENDE INSTANTIE

Fotocompilatie: De president van het Hof van Justitie, Iwan Rasoelbaks | Auteur: Wilfred Leeuwin.

Het Hof van Justitie zal in de nabije toekomst mogelijk niet langer het hoogste rechtsorgaan in Suriname zijn. Aangestuurd door nationale, maatschappelijke en regionale ontwikkelingen, evenals door de noodzaak van een hogere rechtsinstantie gezien de toekomstige investeringen in de olie-industrie, wordt de roep om een hogere beroepsinstantie steeds luider.

Bij deze derde rechtsinstantie zouden beslissingen van het Hof van Justitie, momenteel het hoogste rechtsorgaan, door partijen kunnen worden aangevochten.

De vraag is of Suriname en het juridische systeem in het land klaar zijn voor zo’n stap. De president van het Hof van Justitie, Iwan Rasoelbaks, zei afgelopen vrijdag tijdens de opening van het nieuwe zittingsjaar van het Hof dat dit vraagstuk eerder is besproken tijdens een congres ter herdenking van 155 jaar rechtspraak in Suriname. “Dit vraagstuk zal in 2025 worden onderzocht en besproken om de behoeften van de rechtspraktijk en de rechtsgemeenschap te peilen,” aldus Rasoelbaks.

Het Hof van Justitie zal het voortouw nemen in het verkennen van de mogelijkheden voor een derde rechtsprekende instantie binnen onze jurisdictie. Dit zal gebeuren in overleg met de Surinaamse Orde van Advocaten (Sova), de andere staatsmachten (de wetgevende en uitvoerende macht), het Caribisch Hof van Justitie en deskundigen op dit gebied.

“Het onderzoek, het overleg en de tijd zullen uitwijzen of Suriname klaar is voor een derde rechtsprekende instantie en hoe deze vorm kan krijgen,” verklaarde Rasoelbaks.

In tegenstelling tot veel andere landen kent Suriname momenteel slechts twee rechtsprekende instanties. De eerste is de kantonrechter, ofwel de alleen sprekende rechter. De tweede instantie is het Hof van Justitie, dat belast is met het behandelen van hoger beroep en bestaat uit een kamer van drie rechters. In sommige gevallen, zoals vastgelegd in de wet, behandelt het Hof van Justitie ook zaken in eerste aanleg met meerdere rechters.

Het ontbreken van een derde hogere beroepsinstantie wordt niet alleen gevoeld in de lokale rechtspraak, maar ook in de internationale rechtsorde. Het bekendste geval is dat van de voormalige minister van Financiën, Errol Alibux, uit de revolutionaire periode. In 2003 werd hij op basis van de ‘Wet in staat van beschuldigingstelling politieke en gewezen politieke ambtsdragers’ (Wipa) door het Hof van Justitie vervolgd en veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Aangezien het Hof de hoogste rechtsinstantie in Suriname is, had Alibux geen mogelijkheid tot hoger beroep. Suriname werd echter internationaal op de vingers getikt en veroordeeld met de eis dat het recht op hoger beroep niet mocht worden ontzegd. Dit leidde ertoe dat de Wipa in 2007 werd gewijzigd, waardoor hoger beroep mogelijk werd. Uiteindelijk werd Alibux in 2019 in hoger beroep vrijgesproken door een nieuwe kamer van het Hof van Justitie.

Garantie

Hof-president Rasoelbaks garandeerde bij de opening van het nieuwe zittingsjaar dat de rechtspraak ook in 2025 de grootst mogelijke onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit, deskundigheid en professionaliteit zal nastreven, met voldoende oog en oor voor maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften, en met respect voor de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van anderen. “Ik verwacht dat dit wederzijds zal zijn,” verklaarde hij. Hij riep op om af te zien van het doen van onverantwoorde, ongefundeerde, onjuiste en sentimentele uitspraken over de rechterlijke macht in het openbaar. Dit zou volgens hem onnodig het vertrouwen in de rechtsstaat kunnen schaden en een boemerangeffect veroorzaken voor de rechterlijke macht als onderdeel van de trias politica. “Geen enkele staatsmacht is ondergeschikt aan een andere; laat staan aan een politieke partij,” aldus Rasoelbaks.

UNITEDNEWS

GERELATEERD AAN: HOF VAN JUSTITIE WIL VERTROUWEN EN RECHTSZEKERHEID HERSTELLEN MET NIEUWE STRUCTUUR

 

Facebook Comments Box