MINISTERS REIZEN ONGESTOORD DE WERELD ROND

Foto: De ministers Ramdin, Ragoebarsing en Dasai van respectievelijk de ministeries, BIBIS, Financiën en ROS | Auteur: Armand Snijders

Leden van de regering reizen naar hartenlust de wereld rond.

Op zich hoeft daar niets mis mee te zijn, maar de samenleving wordt daar vaak pas achteraf over geïnformeerd. En dat staat haaks op de transparantie die president Chandrikapersad Santokhi ooit heeft beloofd.

‘De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) heeft interesse getoond in het concept van carbon credits en is bereid om samen met Suriname te werken aan het verhandelen ervan,’ meldde de CDS onlangs. Het bleek dat drie Surinaamse ministers op uitnodiging van de VAE in Dubai waren geweest om deze potentiële samenwerking te bespreken. Dat het pas werd bekendgemaakt toen de delegatie al lang en breed weer terug was in Suriname, is veelzeggend.

De voorlichtingsmedewerkers vonden het niet eens nodig te melden welke bewindslieden waren afgereisd en welke concrete resultaten waren geboekt. Het bleken de ministers Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu, Stanley Raghoebarsing van Financiën & Planning en Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking te zijn. En ongetwijfeld zijn in hun kielzog nog een aantal ambtenaren meegereisd.

Wat die reis met zo’n zware ministeriële delegatie heeft gekost, is onduidelijk. Dat wordt zoals gebruikelijk als een soort staatsgeheim bewaard en aan het oog van de samenleving onttrokken. Maar alle delegatieleden -dus ook de bewindslieden- ontvangen een daggeldvergoeding van minstens 250 dollar. Vliegtickets (business class) en hotel- en andere kosten ter plaatse moeten ook worden vergoed. De reis was weliswaar op uitnodiging van de emiraten maar de CDS heeft er geen melding van gemaakt dat zij ook die kosten op zich hebben genomen.

Bovendien is het de vraag waarom er maar liefst drie bewindslieden de reis moesten ondernemen en of niet beter één of twee het ook hadden afgekund. Wat het belang was voor Suriname van hun aanwezigheid daar, is niet duidelijk geworden.

Tijdens de persconferentie rond de vergadering van de Raad van Ministers zei Ramdin wel iets over de besproken onderwerpen. Niet alleen de carbon credits stonden op de agenda, maar ook de bilaterale samenwerking en handel tussen beide landen kwamen aan bod.

De minister haalde verder de behoefte van de emiraten aan drinkwater aan. Dat heeft president Santokhi tijdens zijn bezoek in 2021 ook al besproken en hij zou zijn ambtenaren laten uitzoeken wat er al aan onderzoeken was gedaan over het transport van water en welke rapporten daar al over waren geschreven. Daar is nooit meer wat over vernomen. Tot nu toe is nog niemand er in geslaagd om het commercieel aantrekkelijk naar bijvoorbeeld Barbados te vervoeren, maar dat heeft Ramdin zijn gesprekspartner aan de Perzische golf waarschijnlijk niet verteld.

Net zoals er ook nooit is geopenbaard wat de deelname aan de World Expo 2020 in 2021 heeft gekost en alle reizen van de vele ministers, family & friends en andere betrokkenen uit Suriname naar Dubai toe. De 900.000 dollar die Ramdin heeft genoemd, was slechts voor de deelnamekosten aan de expo, die een half jaar duurde. Wat het de belastingbetaler extra heeft gekost aan vliegtickets, verblijfskosten en daggeldvergoedingen, is ondanks veelvuldige verzoeken -ook in De Nationale Assemblee- nooit bekendgemaakt. Dat is typerend voor het slechte niet-transparante beleid van de regering. Vooral tegen het licht dat deelname aan de expo Suriname helemaal niets heeft opgeleverd.

Waarom de regering niet gewoon wil delen welke reizen worden gemaakt door politici en topambtenaren, is onbegrijpelijk. Iedereen snapt dat ze zo nu en dan over de grenzen moeten zijn om Surinaamse belangen te vertegenwoordigen. Dat gebeurt meestal op kosten van de belastingbetalers, dus die hebben op zijn minst het recht dat te weten.

In echte democratische landen waar ze transparantie en goed bestuur wel hoog in het vaandel hebben staan -zoals in Nederland en andere Europese landen- is het goed gebruik en de normaalste zaak van de wereld dat reizen van regeringsvertegenwoordigers vooraf aan de bevolking worden medegedeeld en uit te leggen wat het doel/nut van die trip is. Journalisten die willen weten hoeveel deze reizen kosten, kunnen die gegevens krijgen.

En doet de overheid lastig, dan kunnen ze met de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) -of een in dat land geldende variant- deze informatie alsnog gepubliceerd krijgen. Maar aangezien de WOB  nog in de vrieskist of op de plank ligt bij DNA, staan de media tot op heden machteloos tegenover het achterhouden van die informatie.

In dit artikel is de trip van het ministeriële trio naar de VAE slechts als voorbeeld aangehaald voor het permanente gebrek aan transparantie ten aanzien van het reisgedrag van bewindslieden en overheidsfunctionarissen. Met regelmaat stapt er iemand op het vliegtuig naar een vreemd land. Soms wordt daar melding van gemaakt -vooral als het om de president gaat, maar heel vaak ook niet.

Zo was minister Uraiqit Ramsaran van Sociale Zaken en Volkshuisvesting zeer recentelijk ook op reis. Zelfs navraag bij zijn departement leverde geen duidelijkheid over waar hij heen was en waarvoor. Daardoor bestaat bij een groot deel van de samenleving het idee dat het veelal om snoepreisjes gaat die weinig voor Suriname opleveren.

Al dat gereis staat ook in schril contrast met de belofte die Santokhi (in augustus vorig jaar) en Raghoebarsing (in februari van dit jaar) hebben gedaan om dienstreizen drastisch aan banden te leggen en tot het minimale te beperken. Daar zou in de regering nog beleid voor ontwikkeld worden. Ministers zouden in voorkomende gevallen ook virtueel met gesprekspartners in het buitenland kunnen overleggen; dat is tijdens de coronapandemie ook mogelijk gebleken. En het zou vooral geld uitsparen, iets wat goed zou uitkomen gezien de financieel-economische crisis waar het land zich nog altijd in bevindt. Maar van het beknibbelen op dienstreizen is het nooit gekomen, iedereen reist er nog lustig op los.

Hoe moeilijk moet het voor Santokhi zijn om zijn belofte van 2020 na te komen en in ieder geval via zijn leger voorlichters vooraf te laten bekendmaken welke bewindspersoon op reis gaat en waar naar toe? Dat zou een stap in de goede richting op weg naar transparantie zijn en een teken van respect naar de belastingbetaler toe, die al deze reisjes betaalt.

ANALYSE

 

Facebook Comments Box